Jimenez Landi
Bij de familie Jiménez-Landi werd er al ontzettend lang wijn gemaakt van oude wijnstokken Garnacha. In 2004 besloten twee neven, Daniel en José, om Garnacha op topniveau te brengen. Daniel heeft tijdens zijn opleiding als oenoloog veel gereisd en in andere landen ervaring op mogen doen over het wijnmaken in landen zoals Frankrijk. De vele gesprekken die hij had met andere wijnmakers uit andere landen, deden hem steeds meer beseffen dat hij in zijn geboortestreek iets unieks in handen had. In een paar jaar leerde hij enorm veel bij. Zijn zoektocht naar altijd oude en interessante wijngaarden Garnacha, dreef hem naar andere dorpen van de Sierra de Gredos (dit is het bergmassief ten zuidwesten van Madrid). In 2006 vond hij hier de hoogst gelegen wijngaarden van de appellatie Méntrida in El Real de San Vicente, in de vallei van de Tiétar. Hier zou hij zijn grand crus creëren: Ataulfos, Cantos del Diable, Fin del Mundo (later veranderd in The End door merknaamproblemen). Hij vond ook een topwijngaard in Avila; in het dorp Cebreros maakt hij met Raúl Pérez in 2007 de eerste Reventón. In 2008 richtte hij samen met zijn twee vrienden-oenologen Marc Isart (Bernabeleva) en Fernando GarcÃa (bodega Marañones) Comando G op, waarbij de G natuurlijk voor Garnacha staat. Ze zoeken samen de hoogste wijngaarden Garnacha in de Sierra de Gredos, waarbij ze gaan tot 1000 en 1200 m hoogte, zowel in de D.O. Vinos de Madrid als sinds 2010 in Avila.