Domaine de Triennes
aan het einde van de jaren 80, gingen Jacques
Seysses (Domaine Dujac), Aubert de Vilaine (Romanée-Conti) en Michel Macaux
(vriend van Aubert de Vilaine en ‘stille’ investerend vennoot) op zoek naar
geschikte wijngaarden in het zuiden van Frankrijk om daar grote Provence
wijnen te gaan maken. In 1989 kochten ze het Domaine du Logis-de-Nans, ten
noordoosten van Marseille en oosten van Aix-en-Provence. Het domein was in
verval, en de aanplant was van zeer matige kwaliteit. De aandacht van de drie
heren ging echter uit naar het terroir: een heuvelflank, volop op het zuiden
gericht, 420-450 m boven de zeespiegel, met een bodem van kalk en klei, herinnerend aan
sommige grote terroirs uit de Bourgogne of zelfs Saint-Emilion. De heuvel is zacht glooiend en is
beschermd door twee naburige bergjes, de Massif de la Sainte-Baume en Saint-Aurélien.
Daardoor zijn de nachten heel koel en de vegetatiecyclus lang. Dit geeft de wijnen meer
natuurlijk zuur en aromatische complexiteit. Het Domaine de Triennes zag officieel het licht in
1990. De naam verwijst naar de drie (tri) vennoten en de oude Romeinse geschiedenis van de
streek: de triennia waren eens in de drie jaren gehouden ‘bacchanalen’, uitbundige feesten ter
ere van Bacchus, de wijngod. De eerste prioriteit was het herstellen en verbeteren van de
wijngaarden, later werd een splinternieuwe wijnkelder gebouwd die de combinatie van zowel
traditionele methodes als moderne technologie mogelijk maakte. De nieuwe wijngaarden
bereikten pas in 1998 hun volwassenheid. Sindsdien groeit de kwaliteit en complexiteit van de
wijnen met het jaar. In de wijngaarden wordt zo ‘biologisch’ mogelijk gewerkt en de opbrengst
wordt bewust laag gehouden. Beoogd wordt een uiteindelijke opbrengst van 35-45 hl/ha,
afhankelijk van druivenras en -kleur.